Continuïteit van zorg begint bij duurzame inzetbaarheid
Verzuim van een POH-GGZ heeft directe gevolgen voor de huisartsenpraktijk. De werkdruk stijgt, de wachttijden nemen toe en de continuïteit van zorg komt onder druk te staan. Bij SUPPOHRT nemen we dit serieus. Daarom zetten we het Huis van Werkvermogen in; een praktische gesprekstool die helpt om signalen van overbelasting vroegtijdig te herkennen én verzuim te voorkomen.
“Medewerkers weten vaak wel dát ze niet lekker in hun vel zitten, maar niet precies waar dat door komt,” zegt Marjolein Plevier, Manager HR bij SUPPOHRT. “Het Huis van Werkvermogen brengt dat helder in beeld. Zo kunnen we tijdig bijsturen; samen met de medewerker én met de huisartspraktijk.”
Waarom verzuimpreventie bij POH-GGZ essentieel is
In veel huisartsenpraktijken is het verzuimbeleid nog te vaak reactief. Pas als iemand uitvalt, komt het gesprek op gang. Maar als een POH-GGZ uitvalt, ligt de zorg stil. Daarom wil SUPPOHRT juist eerder in actie komen. Door het werkvermogen regelmatig in kaart te brengen, ontstaat ruimte voor bijsturing, ontwikkeling of ondersteuning voordat het misgaat. En dat werkt door in de continuïteit en kwaliteit van zorg.
“We merken dat andere middelen voor verzuimbeheersing in de praktijk weinig tractie krijgen,” aldus Marjolein. “We zochten iets laagdrempeligs dat past bij de dynamiek van de huisartsenpraktijk én bij de rol van de POH-GGZ.”
Wat is het Huis van Werkvermogen?
Het model bestaat uit vijf lagen, die samen het werkvermogen van de POH-GGZ in kaart brengen:
- Begane grond: Gezondheid
Denk aan mentale fitheid, fysieke klachten of sociaal isolement.
- Eerste verdieping: Competenties
Zijn de kennis en vaardigheden op orde voor de werkzaamheden?
- Tweede verdieping: Normen en waarden
Wat geeft motivatie of juist weerstand? Klopt het werk met iemands drijfveren?
- Derde verdieping: Werkomstandigheden
Van het meubilair in de spreekkamer tot collegiale samenwerking en arbeidsvoorwaarden.
- Omgevingsfactoren
Zoals mantelzorg, privésituatie of maatschappelijke druk.
“Zo krijg je een compleet beeld van waar iemand staat,” vertelt Mandy van Rossum, Teamleider bij SUPPOHRT. “En belangrijker nog: het biedt concrete aanknopingspunten om te verbeteren.”
Hoe zetten we het in binnen de huisartsenpraktijk?
SUPPOHRT gebruikt het Huis van Werkvermogen op meerdere momenten in de praktijk. Denk aan jaargesprekken, of aan een ‘wrap-up’ vier maanden na de start van een nieuwe collega. Ook bij signalen van overbelasting (bijvoorbeeld als iemand fysiek klachten heeft, werkdruk of minder werkplezier ervaart) komt het model op tafel. En bij frequente verzuimgesprekken vormt het Huis van Werkvermogen een gestructureerde basis om het echte gesprek te voeren. Wij houden actief onze vinger aan de pols op het gebied van werkdruk en -beleving, middels ons periodieke Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO). En daarnaast spreken wij onze individuele professionals natuurlijk ook buiten het MTO.
Wanneer blijkt dat een POH-GGZ ergens op vastloopt, komt SUPPOHRT in actie. We adviseren bijvoorbeeld over werkplekinrichting als de spreekkamer of het meubilair niet voldoet. We bespreken de werkdruk of sociale verbinding binnen het team. En we denken mee over passende oplossingen in arbeidsvoorwaarden of ontwikkelmogelijkheden. Altijd met het doel om uitval te voorkomen en de medewerker duurzaam inzetbaar te houden.
Training tijdens groeiborrel
Op 6 november geeft Mandy een training over het gebruik van het Huis van Werkvermogen tijdens de SUPPOHRT-groeiborrel bij UP Events in Amsterdam-West. Deelnemers ontdekken hoe zij zelf ‘in hun eigen huis’ staan en waar er ruimte is voor groei, herstel of verbetering.
Samen werken aan inzetbaarheid en continuïteit
Als SUPPOHRT nemen wij de huisarts alle werkgeverstaken uit handen, die betrekking hebben op de POH-GGZ. We nemen verantwoordelijkheid, zodat huisartsen zich kunnen richten op patiëntenzorg. Met het Huis van Werkvermogen bouwen we samen aan duurzame inzetbaarheid én aan een stabiele praktijkvoering. Want hoe eerder we signaleren en handelen, hoe beter we verzuim voorkomen en de zorg toegankelijk houden voor iedereen.

